Handleiding zelfbouw bovenleidingdraad
Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt.
Kijkt u later nog eens.
Slechts weinig modelbouwers maken zelf bovenleidingdraad. Dat is te begrijpen. Zelfbouw kost veel tijd. Daarnaast is het erg gevoelig voor schade bij onbedoeld aanraken. Even er tegenaan duwen is geen probleem, maar als je fleecetrui blijft haken trek je alles aan flarden. Maar eenmaal aangebracht is het vele malen mooier dan het gekochte draad.
Ik maakte op een modelbaan naar voorbeeld van de RhB voor het eerst zelf de draden. Daarbij gebruikte ik masten van Sommerfeldt. Die masten geven de mogelijkheid om bovenleidingdraad strak af te spannen. Dat geeft een mooier en stabieler resultaat. Ik kan iedereen aanraden om dat te doen. Ik heb nu mijn modeltrambaan naar voorbeeld van de HTM van zelfbouw bovenleidingdraad voorzien. Daarvoor maakte ik ook de masten. Een snaar strakke afspanning kon daarom niet. De dunne messingbuisjes trekken dan krom. Twee plaatjes van mijn vorige RhB zelfbouw bovenleidingdraad aan Sommerfeldt masten:
Belangrijk is dat voor het maken van bovenleidingdraad goed gekeken wordt bij het voorbeeld. Desnoods alleen op plaatjes. Hoe verloopt een rijdraad? Hoe worden ze vastgemaakt? Hoe meer studie vooraf, des te beter zal het model gelijken. Bedenk vooral dat elke draad zelfstandig een einde heeft en een begin. Dus spooraftakkingen door bijvoorbeeld een wissel komen niet voor in de bovenleiding! Bij een wissel zal één van de twee draden ergens moeten eindigen op een mast of elders boven een ander spoor weer verder gaan. Bekijk het voorbeeld goed en los het voor je modelbaan vooraf op in een sporenplan op een tekening.
Gebruikte materialen
De bovenleidingdraden kunnen gemaakt worden uit fosforbronsdraad, in het Duits Bronzefederdraht.
De specialist in natuurgetrouwe wissels Walter Völklein uit Uhldingen-Mühlhofen in Duistland levert dit draad in de diktes 0,2 en 0,3 mm en in de lengtes 10 of 50 m:
Voor de rijdraad is 0,3 mm te gebruiken.
Voor de draagkabel 0,2 mm.
Voor de hangdraden heb ik ook 0,2 mm gebruikt.
Gebruikt gereedschap
Voor het verwerken van het draad zijn in ieder geval noodzakelijk:
- Soldeerbout van minimaal 30W (bv. Ersa30S/331) met bijbehorende standaard.
- Goede soldeertin, ik gebruik Stannol HF32 met de legering Sn99,3Cu0,7.
- Vloeimiddel S-39 is niet noodzakelijk, maar geeft een mooier resultaat. Daarbij een heel klein kwastje (nr.1)
- Kniptangetje
- Platbektangetje (zie foto boven)
- Punttangetje
- Pincet universeel
- Pincet gebogen (zie foto boven)
- Goede spot verlichting of hoofdlamp
Keuze bovenleidingsysteem
We kennen twee bovenleidingsystemen, tramophanging en kettingophanging.
Bij tramophanging hangt de rijdraad aan een dwarsoverspanning: de spandraad. Bij hoge snelheden heeft de pantograaf moeite om contact te behouden vanwege doorzakken van de rijdraad. De mastafstand is klein.
Ik gebruik maximaal 25 cm.
Tramophanging wordt nog gebruikt bij tramspoor in rijwegen, meestal binnen bebouwd gebied. De spandraad hangt aan gevels of aan vrijstaande eenvoudige masten.
Mastafstanden
De mastafstand is dus in werkelijkheid afhankelijk van het bovenleidingsysteem. Daarnaast hebben scherpe bogen en wegaansluitingen ook hun invloed. Op de modelbaan bepalen de scherpe bogen alles. Zo heb ik de mastafstand voor de kettingophanging bepaald door een gelijke verdeling tussen de bogen aan de linker- en rechterzijde van de modeltrambaan.
Zo kwam ik op 4x 39 cm op het dubbelle spoor en 2x 33 cm op het enkele spoor bij de keerlus. In de 25 cm boog wordt de afstand bepaald door het maximale uitwijken van de rijdraad. Ik hou daarvoor in de bocht maximaal 3 mm aan. De rijdraad ligt dus op maximaal 3 mm aan de ene zijde en 3 mm aan de andere zijde uit de as van het spoor. Dit is in het spoor neergelegd, zie onderstaande foto.
De rijdraad zal in de binnenboog om de 11 cm moeten zijn vastgezet. In de buitenboog is dat 13 cm.
Nu hoeft er niet om de 11 cm een dwarsoverspanning te zijn. Een spandraad vanuit de buitenzijde naar de rijdraad voldoet hiervoor ook. De dwarsoverspanning heb ik om de andere spandraad gemaakt, dus 22 cm voor de binnenboog en 26 cm in de buitenboog.
Dit beeld komt overeen met gelijke situaties in de werkelijkheid, zoals op het Markenseplein in 1975.
De scherpe hoek in de rijdraad wordt in de werkelijkheid wel door een dubbele zijwaartse in vorkvorm vastgezet. Dat heb ik maar niet gedaan.
Rijdraad montage en afspanning
De 0,3 mm dunne rijdraad wordt aan de 0,5 mm zaijwaartsen gesoldeerd. dat doe ik op houten klossen. Op de foto's is te zien dat hiervoor verschillende mogelijkheden zijn. nauwkeurig meten en vastzetten is een vereiste. Het solderen gaat vrij gemakkelijk. Na het afkoelen is het niet meer los te trekken! Wel dient goed gelet te worden op een juiste afspanning. Een te slappe draad betekent alles weer losmaken!
Rijdraadmontage in een ruime boog aan de zijwaartse van een Sommerfeldt mast op mijn RhB modelbaan.
Rijdraadmontage in een scherpe boog aan zijwaartsen aan spandraad op mijn HTM modeltrambaan.
Het op spanning brengen van de rijdraad gebeurt met een veer. Bij RhB modelbaan deed ik dat met spiraalveren in de tunnels die konden blijven zitten. Die forse spanning zou bij de modeltrambaan verbuigingen van de dunne messingmastjes veroorzaken. Ik heb dezelfde veren gebruikt, maar veel minder strak.
Twee spiraalveren in één van de tunnels op de RhB modelbaan.
Links achter voor een rijdraad, in het midden voor een draagkabel welke minder strak is afgespannen.
Zachtjes afspannen van een rijdraad. De geringe spankracht wordt later overgenomen door de afspanmast.
Hangdraden
Inhoud is nog niet compleet
Voor het maken van de hangdraden eerst een tekening maken van de complete bovenleidingvelden met alle hangdraden. Daarvoor de hoogte rijdraad - draagkabel opmeten bij elk betreffend portaal en daarna de hoogte bepalen van middelste hangdraad. Daarna een boog tekenen door deze drie punten. De hoogtes van de hangdraden kunnen dan van tekening gemeten worden.
Ook een maattekening maken van alle benodigde hoogtes voor het makkelijk afknippen van de hangdraadlengtes.
Vervolgens de werkplek in orde maken. Op de baan een blok neerzetten met de juiste hoogte, precies onder de rijdraad.
Op dat blok een tekening plakken met de gekozen afstand tussen de hangdraden.
Blok en tekening vast plakken met tape.
- Afknippen stukjes hangdraad, bv. 30 mm
- Voetje van 2mm ombuigen
- Hangdraadje tussen de pincetpootjes recht trekken.
- Lengte bepalen en bovenstuk ombuigen
- Voetje en rijdraad van S39 en vertinnen
- Hangdraad met voetje op rijdraad zetten en solderen
tekst volgt nog
tekst volgt nog
tekst volgt nog
Draagkabel
Omschrijving volgt later
Schilderen
Omschrijving volgt later